Gewone dwergvleermuis

Deze kleine vleermuis past in een luciferdoosje en is één van de meest voorkomende vleermuizen van Groningen. De gewone dwergvleermuis leeft graag in de gebouwen van mensen, als alternatief voor gaten in rotsen en holle bomen. Daar verblijven ze in groepen van tientallen tot meer dan tweehonderd dieren. Ze zijn erg plaatstrouw. Ze hebben een netwerk met verschillende soorten verblijfplaatsen (kraam-, paar-, zomer- en winterverblijven). Kraamkolonies met veel vleermuizen zijn te vinden in kieren, spleten en spouwmuren van gebouwen.

Impact

Wendbaar vangen ze vliegende insecten uit de lucht. Zo eten ze vooral muggen, honderden per nacht. Daarmee zijn ze voor ons heel nuttig. Vleermuizen en hun verblijfsplaatsen zijn beschermd. Dat heeft soms grote gevolgen voor bouwactiviteiten.

Kom in actie

Doordat gebouwen steeds netter worden is er steeds minder ruimte voor vleermuizen. Verblijfplaatsen mogen niet verstoord worden. We kunnen ze helpen met een keur aan verschillende soorten verblijfsplaatsen. Alle gebouwen zijn geschikt. Zolang er een vrije aanvliegroute is op minimaal drie meter hoogte.  In de links is meer informatie te vinden. In hun ideale leefomgeving vinden we inheemse planten, water in de luwte en bomenrijen of bosranden.

Besparing/korting

Kostenindicatie

Meer informatie

Op Wikipedia

De gewone dwergvleermuis is een van de kleinste Europese vleermuissoorten. De vacht is bruin: de bovenzijde kan verschillen van oranjebruin tot roestbruin tot kastanjebruin tot donkerbruin, de onderzijde is gelig tot grijzig bruin. Jonge en onvolwassen dieren zijn donkerder en grijziger van kleur. De snuit, oren en vleugels zijn zwartbruin. De oorschelp is kort, breed en driehoekig, met een afgeronde punt. De vleugels zijn smal en de tragus is kort en stomp. De dwergvleermuis wordt 36 tot 51 millimeter lang, met een spanwijdte van 180 tot 240 millimeter. De onderarm wordt 28 tot 40 millimeter lang. Hij weegt ongeveer 3,5 tot 8,5 gram.