Ambassadeurs

Hieronder zie je een serie ambassadeurssoorten. Als jouw tuin of huis plek biedt aan één van deze ambassadeurs, dan is de kans groot dat tal van andere soorten hier ook kunnen en willen wonen. Ambassadeurssoorten stellen namelijk meer eisen aan hun woonomgeving.

Vogels

Er zijn veel vogelsoorten die goed passen in stedelijke of dorpse omgevingen. We kunnen ze helpen door het voedselaanbod te vergroten, dekking te creëren (met bosjes en heggen bijvoorbeeld) of nestgelegenheid. Denk bij stadsvogels aan meeuwen, kauwen, houtduiven, spreeuwen, huismussen, merels en zanglijsters, gierzwaluwen, vinken en koolmezen. 

Insecten

Alleen al in Nederland zijn 20.000 soorten insecten, waarvan 350 soorten wilde bijen. Insecten zijn een onmisbare schakel in alle ecosystemen. Elke soort heeft zijn eigen specifieke plekje en taak. Sommige zijn nuttig als bestuivers, anderen als opruimers, bodemverbeteraars en/of voedsel voor vele andere dieren. Het vergt veel onderzoek om te bepalen hoe het met insecten gesteld is en welke invloed dit heeft op de ecosystemen waar ze onderdeel van zijn. We weten wel dat bijna 80% van de wilde bloemsoorten en 84% van de gewassoorten in de Europese Unie afhankelijk zijn van insecten voor de productie van zaden.

Zoogdieren

We vinden steeds meer zoogdieren die zich slim aanpassen aan een leefomgeving in de buurt van mensen. In de gemeente Groningen gebruiken veel zoogdieren de ecologische stedelijke structuur om zich te verplaatsen in de stad, maar ook vanuit en naar het buitengebied. Er zijn veel verschillende leefomgevingen te vinden in de gemeente Groningen. Zoogdieren komen niet alleen voor in groene gebieden zoals stadsparken en begraafplaatsen, maar op soms de meest verrassende plekken. Denk aan een scharrelende egel in stadstuin, een vossenhol in een dorpsbosje, een grazende ree in de berm van de ringweg of een otter die in de stadsgracht vissen vangt.

Aan, op en rond onze huizen en gebouwen kunnen we veel doen voor zoogdieren. Denk aan nestkasten voor vleermuizen of rommelige hoekjes en kleine poortjes naar buurtuinen voor muizen en egels. Zo kunnen we heel goed onze leefomgeving delen met zoogdieren.

Amfibieën

Amfibieën zijn koudbloedige dieren die zowel op het land als in het water leven. Ze zijn afhankelijk van de omgevingstemperatuur en houden vaak een winterslaap onder water. In Nederland komen alleen kikkers, padden en salamanders voor. Het is voor amfibieën erg belangrijk dat er altijd water in de buurt is. Soms verlaten ze hun veilige plek op zoek naar nieuw leefgebied. Soms massaal, denk aan de fameuze paddentrek, waarbij soms honderden padden op zoek gaan naar water om voort te planten.

Amfibieën staan in Nederland onder druk door verlies van leefgebied, schimmelziekten en milieuvervuiling. Gelukkig worden deze kwetsbare dieren bij wet beschermd. Er is veel dat we kunnen doen om amfibieën in onze omgeving te helpen. Denk aan poelen en vijvers met flauwe oevers, een dikke strooisellaag en vochtige hoekjes in je tuin om te zorgen voor veilige routes tussen sloten en poelen. Help amfibieën en ze helpen jou door kleine beesten te eten zoals slakken, muggen en mieren. En kikkers kunnen je trakteren op een prachtig concert.

Planten

We kunnen niet leven zonder planten. Ze zorgen voor zuurstof en eten, zuiveren en koelen de lucht en water, beschermen de bodem, en met planten in de buurt zijn mensen aantoonbaar gezonder. Ze zijn de basis van biodiversiteit en zorgen voor voedsel en leefgebied voor enorm veel dieren. Hoe meer diversiteit van planten in onze omgeving, hoe beter. Planten kunnen ons helpen om beter bestand te zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering zoals hitte en droogte.

Hoe meer planten, hoe meer veerkracht, en hoe meer dieren worden bediend.  Denk bijvoorbeeld aan een veld met bloemen, waar vlinders en bijen van profiteren. Op een veld met alleen gras zitten ze veel minder. Ook in onze eigen omgeving kunnen we veel plek creëren voor planten. Zorg voor een groene oase door een groene tuin met plantensoorten die van nature hier voorkomen, een groen dak en klimplanten aan de muur.

Bomen en struiken

Bomen nemen CO2 op uit de lucht en zijn belangrijk om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Bomen zijn van belang voor het tegengaan van de stijging van de temperatuur en voor het opvangen van de effecten van klimaatverandering. Bomen helpen hittestress te beperken, ze brengen schaduw en verkoeling en ze houden water vast in droge tijden. Daarbij dragen bomen aantoonbaar bij aan een gezonde, groene, frisse en mooie leefomgeving.
Bij een heg of een haag denk je misschien snel aan een strak gesnoeide rechte lijn van haagplanten als buxus, beuk of liguster als scheiding met de buren of met de straat. Maar er is meer mogelijk. Bijvoorbeeld een meer losse, wilde of zelfs eetbare heg.