Er zijn veel vogelsoorten die goed passen in stedelijke of dorpse omgevingen. We kunnen ze helpen door het voedselaanbod te vergroten, schuilgelegenheid te creƫren (met bosjes en heggen bijvoorbeeld) of nestgelegenheid.
Er zijn veel soorten stadsvogels. Denk aan meeuwen, kauwen, houtduiven, spreeuwen, huismussen, merels en lijsters, gierzwaluwen, vinken en koolmezen. We concentreren ons hier op kleine vogels omdat we daar veel voor kunnen doen; van kleine stadstuin en balkon tot grote tuinen en erven.
Kleine vogels eten zaden, bloemknoppen, insecten zoals rupsen en muggen en de kruimels tussen de stoep.
Ze zijn een onmisbare schakel in ecosystemen, en belangrijk voor stadse jagers zoals de slechtvalk, havik en sperwer, kerkuil, ransuil, hermelijn en steenmarter.
Veel soorten vogels vragen een specifiek soort nestkast. Denk aan de kerkuil, het roodborstje of een boomkruiper. Maar er zijn ook nestkasten die geschikt zijn voor meerdere soorten vogels.
Een nestkast voor pimpel- en koolmees is ook geschikt voor de huismus, gekraagde roodstaart of boomklever. Een ander type nestkast is weer geschikt voor de roodborst en de bonte- en grauwe vliegenvanger.
Wil je de omgeving geschikt maken voor kleine vogels?
Alles over kleine tuinvogels