Insecten

Alleen al in Nederland zijn 20.000 soorten insecten, waarvan 350 soorten wilde bijen. Een onmisbare schakel in alle ecosystemen. Elke soort heeft zijn eigen specifieke plekje, nuttig als bestuivers, opruimers, bodemverbeteraars en voedsel voor vele andere dieren.

Impact

Het vergt veel onderzoek om te bepalen hoe het met insecten gesteld is en welke invloed dit heeft op de ecosystemen waar ze onderdeel van zijn. We weten wel dat bijna 80% van de wilde bloemsoorten en 84% van de gewassoorten in de EU afhankelijk zijn van insecten voor de productie van zaden.

Met wilde bijen gaat het niet goed. Van de 350 soorten staat de helft op de rode lijst. Het aantal dagvlinders is sinds 1992 met 40% afgenomen.

Voorbeelden van nuttige insecten:

Sluipwespen eten rupsen en bladluizen.
Lieveheersbeestjes eten bladluizen.
Wilde bijen bestuiven vele planten (ook waar wij afhankelijk van zijn).

Pissebedden helpen mee om plantenresten te verteren, en dragen zo bij aan de vorming van humus.

Kom in actie

Je kunt insecten heel goed een handje helpen:

Laat bladeren, hout en plantenresten liggen, ook in de winter. Zorg voor rust en laat de strooisellaag intact
Plant vooral inheemse planten en bomen. Nectarplanten en waardplanten (zie links)
Maak wilde plekken in de tuin waar brandnetels mogen groeien.
Leg her en der dakpannen of een stapel stenen. Of stapel een rommelig muurtje met veel gaten.
Maak of koop een insectenhotel. Let goed op dat deze goed zijn. Daar is genoeg informatie over te vinden op het internet.
Maai je grasveld niet te veel, maar laat plukjes langer staan.
Leg je een nieuw grasveld aan? Doe dit met een wildmengsel, graszaad gemengd met bloemen.
Spoor je gemeente aan meer te doen voor insecten.
Insectenhotel
Insectensteen
Bijenhotel
Insectenmuur